In het weekend van 20 en 21 april was het het weekend van het verdedigingserfgoed. Het werd georganiseerd door Liniebreed Ondernemen. Lokale partijen konden in het land aanhaken en aandacht geven aan een stukje bijzonder verdedigingserfgoed.
Ook Werkgroep Vesting Gorinchem (WVG) deed mee in ons Gorinchem. Er is hard gewerkt om een foto-expositie over de NATO-brug tussen Gorinchem en Sleeuwijk te maken, en verschillende objecten in en op de vesting werden opengesteld. Vrijwilligers van WVG bemanden de objecten en gaven bezoekers uitleg over de de vestingwerken en militaire geschiedenis van onze stad.
Ik mocht mensen op zondagmorgen wat uitleg geven over de poterne die in 1813 gerealiseerd is. Ik vind het een leuk verhaal om te vertellen, omdat keizer Napoleonzelf (!!) opdracht gegeven heeft tijdens een vestinginspectie in 1811 om deze ‘nooduitgang’ (of meer ‘ingang’) te maken. Lees meer over zijn bezoek op de site van Vesting Gorinchem.
Het was best aardig weer, nog wel een beetje fris, maar droog en zo nu en dan liet het zonnetje zich zien. We startten om 10:30 uur, eerst hebben we een paar banners opgehangen. En het luik van de opbouw van de poterne geopend. Dus al snel waren we klaar om bezoekers te ontvangen.
Het eerste uur zijn er eigenlijk amper bezoekers geweest. Gelukkig was ik niet alleen. Een collega van WVG vergezelde me, we konden dus ongestoord bijpraten.
Wat later op de ochtend kwam het meer op gang, een breed publiek. Zelfs een aantal mensen uit Antwerpen die speciaal naar Gorinchem gekomen zijn voor deze dag. Er waren ook veel geïnteresseerden die met hun kinderen kwamen kijken. Ook mensen die Rond de Watertoren woonden en er nog nooit binnen hadden gekeken. Het is natuurlijk ook een nieuwsgierig plekkie als je er nog nooit doorheen gelopen bent en het verhaal van de poterne niet kent.
Even door de tunnel heen is ook erg leuk, vanuit de stad sta je aan de andere kant ineens in de natuur aan de Oostgracht. Een fijne plek (vind ik).
Om half twee zat mijn dienst erop en mocht ik gaan. Fijn dat er dit weekend veel mensen zijn wezen kijken (waaronder ook wat bekenden). De teller aan het einde van de zondag stond op 226 bezoekers bij de poterne. Voor mij was het zo een geslaagde dag!
Begin april 2024 kreeg ik een kleine schat, althans, zo zie ik het. Een flink aantal cassettes met dia’s. Daarop allemaal Gorcumse afbeeldingen. Bijna alle foto’s op de dia’s zouden zijn gemaakt eind jaren ’70 tot en met in de jaren ’80 en zouden ook veel gebouwen die verdwenen zijn bevatten.
“Kom ze maar ophalen.”, kreeg ik te horen. Dus ik ging op de fiets, gewapend met een paar bigshoppers naar het woonadres van de eigenaar, meneer Smits. Toen ik binnenstapte schrok ik, een paar kisten vol met cassettes gevuld met dia’s. Allemaal Gorinchem! Dat zou op de fiets zeker drie keer heen-en-weer moeten worden om dat allemaal thuis te krijgen. Dus ik stelde voor even naar huis te fietsen en direct met de auto terug te komen. Zo gezegd zo gedaan. Natuurlijk heb ik meneer Smits heel hartelijk bedankt voor de gulle gift. Ik was erg nieuwsgierig naar wat er allemaal op zou staan. Bij het openen van een cassette zag ik dat op veel van de vensters data staan. Dat maakt de foto’s nog interessanter, als de datum van de opname ook bekend is.
Thuis heb ik natuurlijk direct een paar foto’s proberen te bekijken, nog voordat ik met het scannen zou gaan beginnen. Sommige foto’s zijn niet goed van kwaliteit of bevatten geen goede omgeving om de locatie te achterhalen (bijvoorbeeld wanneer er alleen een boom op staat). Gelukkig is in veel gevallen de locatie goed te zien, of staat er soms op het venster nog een afkorting die de locatie aanduidt. Zoals op onderstaande foto “RVS”. Na de foto bekeken te hebben zag ik wel dat de afgebeelde gebouwen er niet meer waren, maar waar in de stad was dit? Na de foto wat uitvergroot te hebben moest dit wel de Revetsteeg zijn. “RVS”, een handig hulpje dus als het even onduidelijk is.
Ik heb wel een dia scanner, maar die is nogal oud en wat traag. Omdat het zoveel dia’s zijn ben ik even gaan rondvragen of iemand er toevallig eentje had staan. Gelukkig kon ik via vrienden een Rollei DF-S 300 HD scanner lenen. Daarmee zou ik sneller de scans kunnen maken. Dat zou toch nog een fikse klus worden!
Vooral de scans een titel geven, ze (een beetje) aanpassen qua kleurstelling bleek een hoop werk. Daarna ze uploaden naar mijn Flickr pagina (voorzien van tags), zodat ze ook door anderen te bekijken en terug te vinden zijn is ook nog een tijdrovende klus.
Inmiddels zijn een kleine 400 foto’s gescand en geüpload naar Flickr. Sommige zijn van goede kwaliteit en sommige wat minder. De foto’s geven een mooie indruk van hoe Gorinchem er zo’n 30 jaar geleden uitzag.
Inmiddels zijn er 380 foto’s gescand en ben ik foto’s tegengekomen van de Revetsteeg met de oorspronkelijke bebouwing, uitbreiding West, de blokkade door binnenvaartschepen op de Merwede, bouw van de Concordiabrug, de Walstraat en nog heel wat meer.
Er zullen ongetwijfeld nog meer verrassingen uit de dia’s naar voren komen. Er moeten er nog honderden worden gedigitaliseerd. Dat gaat nog wel even duren, het moet in de spaarzame uurtjes vrijetijd gedaan worden.
De aanleiding om over de feestelijkheden in Gorinchem te schrijven is een bijzonder boekje dat ik in mijn bezit heb gekregen. Dit boekje, gedrukt in 1910, bevat het programma van de feestelijkheden die op 30 april van dat jaar in Gorinchem plaatsvonden ter ere van de eerste verjaardag van kroonprinses Juliana.
Het boekje is een kleinood op zich. De kaft is versierd met een afbeelding van Koningin Wilhelmina met Juliana in haar armen. Op de binnenpagina’s vinden we een gedetailleerd programma van de dag, met vermelding van alle activiteiten, spelletjes en prijzen.
Het programma is een fascinerend kijkje in de wereld van volksspelen uit die tijd. We lezen over eierwedlopen, mastklimmen, tonkruien, turfjerapen en nog veel meer.
Het boekje is niet alleen een waardevol document voor historici, maar ook een inspirerende bron voor iedereen die meer wil weten over de tradities en gebruiken van vroeger. Het roept beelden op van een feestelijke dag vol spel, plezier en amusement, en het maakt duidelijk hoeveel plezier de Gorcumers beleefden aan de viering van Juliana’s eerste verjaardag. Gelukkig heb ik naast alleen het boekje ook een aantal foto’s in mijn verzameling om een nog leuker beeld van de feestdag te krijgen.
De vereniging
De eerste geboortedag van het prinsesje werd dus ook in Gorinchem gevierd. De organiserende vereniging had nogal een lange naam uitgekozen: “Vereeniging tot viering der Koninklijke feestdagen op een terrein in de Bovenstad te Gorinchem”.
De vereniging was nog erg jong, pas een half jaar jong, maar ze wilden de verjaardag van de jongste telg uit het geslacht van Oranjes een ereplaats geven onder de nationale gedenkdagen. Een groot deel van de dag zou moeten worden ingenomen door een kinderfeest.
Het bestuur bestond uit de volgende personen:
F.H. Appel – Voorzitter
A.J. Bollee – Secretaris
J.W. van Andel A.Hz. – Penningmeester
L. de Maagd
W.G. van Herwaarden
A.A. van Peelen
M. van ’t Sant
Het was een aardige vereniging, volgens het boekje waren er namelijk 425 leden en begunstigers. Dat hadden ze in een half jaar al aardig voor elkaar.
In het programmaboekje, dat 10 cent kostte, wordt een oproep gedaan “Waar de Kalkhaven het eerst de plaats zal zijn waar het feest gegeven wordt, doet het Bestuur van bovengenoemde Vereeniging het vriendelijk verzoek aan alle ingezetenen van Gorcum, mede te willen werken tot handhaving der orde, opdat geen enkele wanklank klinke tusschen de jubelkreten: “Lang leve onze Prinses Juliana”.
Aankondiging in de krant
In het Advertentieblad van 18 februari 1910 wordt het “Julianafeest” al aangekondigd. Ook het programma voor de activiteiten op het terrein van de gedempte Kalkhaven is al grotendeels bekend:
13:00 – 14:00, een optocht met muziek der schoolkinderen, welke zullen deelnemen aan de zanguitvoering op de versierde Kalkhaven;
14:00 – 15:00, de zanguitvoering op de Kalkhaven met na afloop een traktatie;
15:00 – 18:00, uitvoering van volksspelen voor jongens en meisjes in groepen van 10-14 jaar en 14-18 jaar
19:00 – 20:00, een optocht met muziek waaraan kinderen met een lamp konden deelnemen, en winkeliers in de stoet met lichtbakken reclame voor hun zaak konden maken
Als afsluiting van de festiviteiten (geen tijd genoemd) nog een concert en vuurwerk
Tevens werd vermeld dat de Kalkhaven boogsgewijs versierd zou gaan worden met meer dan 3000 illumineerglazen. Die aankondiging alleen al belooft een prachtig schouwspel te gaan worden.
Een notitie bij het artikel is dat aan de zanguitvoering en de volksspelen alleen kinderen der betalende leden kunnen deelnemen. Alleen betalende leden kregen kaarten die toegang tot het feestterrein verschaften. Dit zal dus al een aardige positieve bijdrage gegeven hebben aan het aantal begunstigers.
In het programmaboekje voor de feestdag wordt dit nog eens extra benadrukt, voor de mededeling wordt een hele pagina gereserveerd:
Duidelijk toch ?
Het feest
Op 30 april was het dan zover, er zullen in de voorgaande dagen best veel voorbereidingen getroffen zijn door de vereniging om alle bogen klaar te maken en het festivalterrein op orde te brengen. Die tijd zal hard nodig zijn geweest. De dag begon al feestelijk in de stad, door een rondgang van de fanfare van de vestingartillerie door de stad. Ook liepen ’s morgens al veel kinderen voorzien van vlaggen en sjerpen door de stad, in afwachting van de festiviteiten in de middag.
Voor slechts 10 cent kon een programmaboekje worden gekocht, daarin stond een voorwoord, het programma met alle aanvangstijden, een overzicht van het terrein waar de volksspelen werden gehouden en (dat vind ik dan het leukste) een overzicht van alle deelnemers per onderdeel. Hier staan natuurlijk veel bekende Gorcumse namen tussen.
Het programma week iets af van hetgeen een paar maanden eerder in de krant was gecommuniceerd.
12:00 – Aantreden der kinderen van de Zanguitvoering op het terrein Volksweerbaarheid
12:30 – 14:00 – Optocht der kinderen met muziek, eindigend op de Kalkhaven
14:00 – 15:00 – Zanguitvoering door schoolkinderen. Na afloop tractatie dier kinderen
15:00 – 18:00 – Uitvoering der Volksspelen op de Kalkhaven, na afloop uitreiking op terrein E
19:00 – 20:00 – Optocht met muziek van alle deelnemers, liefst voorzien van lampions van af terrein Volksweerbaarheid, eindigend op de Kalkhaven
20:00 – 20:30 – Zingen der kinderen
20:30 – 23:00 – Concert op het verlichte terrein, te geven door de ‘Gorinchemsche Harmonie’, direct den heer J.H. ter Braak. Afgewisseld door eenig vuurwerk
Vanaf Volksweerbaarheid wandelde de stoet met kinderen via de volgende route naar het terrein op de Kalkhaven waar de rest van het programma invulling zou krijgen:
Op de Kalkhaven aangekomen was het tijd voor de zanguitvoering onder leiding van Frans Appel, die ook jaren lang organist in de Grote Kerk was. Twee liederen werden gezongen ‘De Nederlandsche vlag’ en ‘Ons Prinsesje’. Geen ‘Wilhelmus’ dus.
De spelen op de Kalkhaven
Zoals ik eerder schreef was het terrein afgezet en kregen alleen deelnemers toegang. Het stukje Kalkhaven was opgedeeld in terreinen A t/m H. Op elk stukje was wat gepland.
Zoals ik schreef zijn er ook enkele foto’s bekend van de volksspelen. Die zijn goed herkenbaar door de onderschriften en de met bogen versierde Kalkhaven. Wat was er voor de jeugd allemaal te doen? Een overzichtje.
Activiteit
Doelgroep
Terrein
Marathonwedloop
Jongens
G
Tonkruien
Jongens
A
Muiltjeloopen
Meisjes
B
Eierwedloop
Meisjes
C
Driebeenwedstrijd
Jongens
D
Sprietloopen
Jongens
E
Diabolowedstrijd
Meisjes
F
Mastklimmen
Jongens
E
Mastklimmen met verrassing
Jongens
E
Touwtjespringen
Meisjes
A
Eierwedloop
Jongens
B
Turfjeraapen
Meisjes
C
Zakloopen
Meisjes
D
Zakloopen
Jongens
D
Tonkruien
Meisjes
A
Finale: Wedloop met hindernissen
Jongens
H
Overzicht onderdelen volksspelen
Opvallend aan het programma is dat de jongens en meisjes de activiteiten gescheiden van elkaar moeten doen. Deze scheiding in activiteiten was vermoedelijk gebaseerd op traditionele opvattingen over gender, waarbij jongens werden aangemoedigd om stoer, avontuurlijk en fysiek actief te zijn, terwijl meisjes werden aangemoedigd om meer passieve en huishoudelijke vaardigheden te ontwikkelen.
Op de achtergrond op de foto hierboven de Oost Kalkhaven. Het grote huis wat we op de achtergrond zien is in ~1914 gesloopt. Via deze link is het huis wat beter te bekijken: https://flic.kr/p/2ofhxA4. Dit is de plek waar de christelijke lagere school later zou worden gebouwd.
Op de volgende foto’s is het onderdeel mastklimmen (of mastklimmen met verrassing) te zien (terrein E). Masten van 6 (!) meter hoog, met bovenaan een bel. De winnaars zouden de drie klimmers zijn die het snelst de bel wisten te doen luiden. Belangrijke spelregels waar de jongens zich aan moesten houden waren “Zij, die onder het klimmen afglijden en met hunne voeten den grond raken, vallen af.” en “Streng verbooden is het om armen en beenen van eenig hulpmiddel te voorzien.“
Voor het onderdeel ‘mastklimmen’ had burgemeester De Bruyn een horloge beschikbaar gesteld. Natuurlijk waren voor alle onderdelen verschillende prijzen beschikbaar. De winnaars van het mastklimmen ? Hier berichtte de Nieuwe Gorinchemsche Courant over op 5 mei:
1e prijs, Horloge (beschikbaar gesteld door den Heer Burgemeester), H. Prenger 2e prijs, Horloge, J. Smitjens 3e prijs, Horlogeketting, L. v. Nugteren 4e prijs, Kistje sigaren, M. van Raay 5e prijs, Worst, L. Hartman 6e prijs, Portemonnaie, P. den Tek
Ik heb nergens vermelding kunnen vinden van de leeftijden van de kinderen, ze konden toch een kistje sigaren winnen! Kennelijk was dat in 1910 nog niet vreemd om voor kinderen als prijs beschikbaar te stellen.
’s Avonds was dus nog een concert op een verlichte Kalkhaven, de verlichte bogen moeten een indrukwekkend gezicht zijn geweest, helaas ken ik geen foto’s van de avond, maar een aardig overzicht van de bogen die verlicht zijn is op deze foto te zien.
Aan de nummering van de foto’s van Tukker te zien is het hoogste nummer 24. Dus er voor moeten nog heel wat meer foto’s zijn. Mocht iemand hier nog foto’s van hebben, dan zou ik die graag eens bekijken en inscannen. Neem dan svp even contact met me op via brievb@gmail.com.
De bijschriften op de foto’s zijn ook niet in een eenduidig formaat, wat me doet vermoeden dat foto’s mogelijk later afgedrukt zijn door Tukker.
Het was wel tijd voor een update. Nee, nee, niet van de computer, maar van de historische presentatie over onze stad in het Gorcums museum. Het verhaal van de stad zou op nieuw verteld gaan worden, onderdeel van het verhaal is gelukkig ook een deel over De Vries Robbé & Co. Het staalconstructiebedrijf dat in de 20e eeuw voor een fiks deel van onze stad zorgde voor de broodwinning. Eén van de meest interessante (vind ik dan 😉) onderwerpen van de recente geschiedenis van Gorinchem.
Ik werd gevraagd om wat beeldmateriaal aan te leveren voor een kaartenbak met een aantal thema’s gerelateerd aan de VR. Dat was natuurlijk geen groot probleem. Materiaal is er voldoende. Een kort overleg in augustus met Lisette Colijn en Sara van der Donck in het museum gaf wat meer richting aan de thema’s die we wilden tonen, waar ook de veelzijdigheid van het bedrijf goed mee getoond kon worden. Het werden thema’s als de strijd tegen het water, internationale activiteiten en het zorgen voor nieuwe personele aanwas via bedrijfsschool of gastarbeiders.
Toen ik in het museum was voor het overleg op 18 augustus hing er reeds een impressie van hoe de opzet van de nieuwe presentatie moest gaan worden. Daar heb ik even een fotootje van gemaakt:
We hebben de onderwerpen uitgewerkt met elkaar en eind september was alles gereed om te laten drukken. Ruim op tijd voor de beoogde deadline begin december 2023.
Op het moment dat de opening gepland was kreeg ik natuurlijk ook een uitnodiging, helaas viel deze precies op de dag (8 december) dat onze zoon jarig was. Daar kon ik dus niet bij zijn. Gelukkig had ik de volgende dag wel de mogelijkheid om een vluchtig bezoek te brengen en de nieuwe expositie te bekijken.
Toen ik het museum binnenliep kwam ik natuurlijk een hoop bekenden tegen, aangezien ik maar kort tijd had heb ik lang niet alles kunnen lezen en bekijken. Maar de indrukken zijn erg positief. Het ziet er fris en eigentijds uit. Modulair van opzet, dus er kan nog wel eens wat gewisseld worden qua inhoud (wat het voor ons als bezoekers interessant houdt). Wat ook leuk was is dat er speciaal voor vandaag een aantal mensen tekst en uitleg kwamen geven bij onderdelen van de expositie. Een beetje extra aandacht bij de feestelijke opening. Erg leuk!
Een extra verrassing was het schaalmodel van het oude stadhuis, gemaakt door Gerrit de Kuiper, een oud Vries Robbé werknemer. Hij had verschillende Gorcumse gebouwen op schaal nagebouwd, met erg veel detail. Dit is wel één van de mooiste werken. Helaas is hij in 2022 overleden. Ik ben nog een paar keer bij hem op bezoek geweest. Hij kon toen al niet meer bouwen, aangezien hij toen erg slechtziend was.
Natuurlijk ben ik ook even gestopt bij het stukje over de VR, waar ik echt aan had meegewerkt. Van veraf al goed te herkennen door het emaillen reclamebord dat er ook hangt (die met de openslaande ramen en uitzicht op een kanaal).
In de ‘kaartenbak’ zitten dan de afbeeldingen waar ik bij geassisteerd heb, erg leuk om daar dan ook mijn naam bij te zien staan. Deze foto van Koningin Juliana is hier op Flickr te bekijken: https://flic.kr/p/2oXy9BU. Ik deel natuurlijk niet alle beelden die daar te zien zijn, daarvoor mogen jullie zelf een bezoekje brengen aan het Gorcums museum 😉.
Toen ik de rest van de presentatie ging bekijken wees Michel den Uijl me erop dat mijn naam ook nog, met een dankwoord, op de muur staat. Dat had ik nog niet eens gezien, superleuk en dat maakt me ook wel trots.
Verder heb ik ook verschillende leuke korte ontmoetingen gehad met bekenden. Paul de Kreij, Everdien Hamann, Michel den Uijl, Valentine Wikaart, Sarah van der Donck, Sabine Taal, Renate van Maaren, Wil Funk, Aron de Vries, Martin Rensen, Peter en Joke van Mersbergen en nog wat anderen. Helaas niet iedereen zo uitvoerig kunnen spreken, daar dienen zich binnenkort vast nog wel nieuwe kansen voor aan.
Ik ga ergens de komende weken nog wel een paar keer langs om in alle rust de rest van de presentatie te bekijken, met ook de mooie animaties van Erik van Tilborg. Er zijn er een aantal te bewonderen. Eén van deze animaties kan ik wel met jullie delen, deze deelde Erik eerder op zijn “Dit was Gorinchem” Facebook pagina:
Ik vind het echt mooi geworden (eigenlijk jammer dat er niet meer ruimte is om het verhaal van Gorinchem te vertellen) en ik hoop dat jullie allemaal snel ook de vernieuwde presentatie gaan bezoeken!
Deze miniatuur-carrousel werd gebouwd in de periode 1925-1928 door A.J. de Koning en had een grootte van 85 x 43 centimeter.
Het was een kopie van de stoomcarrousel van Antoon Benner (die ook in Gorinchem woonde). De initialen van A.J. de Koning zijn boven de kassa te zien AJK.
De carrousel bestond uit meer dan 700 onderdelen, uit hout gesneden en gegraveerd naar verschillende foto’s die er waren van de carrousel. Het interieur bestond uit een elektrische motor, een orgel, elektrische verlichting. Na de bouw werd met veel oog voor detail de carrousel beschilderd door dhr. Garnier Jr.
Op 27-28-29 november werd de carrousel tentoongesteld in de zaal Gambrinus aan de Appeldijk (waar het latere Roxy Theater kwam). Entree voor de tentoonstelling was 15 cent, voor kinderen slechts 10 cent1. Fotograaf J.A. Tukker maakte deze mooie foto, vermoedelijk tijdens deze kort durende tentoonstelling.
De originele stoomcarrousel was in 1898 vervaardigd in Gent in de stijl van Lodewijk XV. Dit was ook een flink project, er schijnt drie jaar aan gewerkt te zijn. De kosten waren ook niet mis (er was ook veel ambachtelijk werk nodig, onder andere het houtsnijwerk natuurlijk), die bedroegen F 120.000. Deze geschiedenis vertelde oud-inwoner mevrouw Benner, de vroegere eigenaresse van de originele carrousel, toen ze het werk van De Koning en Garnier Jr. had bewonderd. Ze was erg onder de indruk en sprak met veel lof over het kunstwerk2.
De hamvraag is natuurlijk: Zou dit miniatuurkunstwerk na een kleine eeuw nog steeds bestaan ???
Decennia later maakte ook een andere Gorcumer, Theo den Uijl, die veel miniatuurkermissen heeft gemaakt, ook nog een model van de stoomcarrousel van Benner.
Bronvermelding 1 Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstreken 23-11-1928 2 Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstreken 21-09-1928
Zoals jullie wellicht weten heb ik een verzameling met ‘van alles en nog wat’ uit Gorinchem. Van kleine zegeltjes tot kledinghangers, foto’s, reclamemateriaal en nog veel meer. Bij elkaar vertelt het een deel van de geschiedenis van de afgelopen eeuw.
Al dat spul is voor de historische vereniging Oud-Gorcum reden geweest om een keer te komen kijken bij ons op zolder. Natuurlijk zijn Roel Mulder en Rob Kreszner ook direct in gesprek te gaan met mij voor een artikeltje in een toekomstige Varia. De uitwerking van dat gesprek resulteerde in twee pagina’s over mij en mijn verzameling in het blad Oud Gorcum Varia, nummer 79 – zomer 2023.
Het leuke is dat het artikel op de middenpagina gedrukt is, leest makkelijker, en wie wil er nou niet de centerfold zijn ………………. 🙄. Het is in ieder geval een leuk artikeltje geworden vind ik zelf, waar ik ook kort wat kon vertellen over Stephan Eskes, mijn betbetovergrootvader, die fotograaf is geweest hier in de stad. Ik heb een foto van het artikel gemaakt zodat jullie het ook kunnen lezen.
Het vloeiblad, dat op de achterzijde van het magazine is afgedrukt is via deze link beter te bekijken: https://flic.kr/p/2hbUb9n Bovenstaande link leidt naar een afbeelding op Flickr, waar ik een groot deel van mijn verzameling digitaal heb staan, daar kunnen jullie allemaal gerust even rondkijken. Mochten jullie afbeeldingen willen gebruiken, neem dan even contact op met mij via email brievb@gmail.com.
Verder ben ik ook op verschillende social media kanalen te volgen (ik ben niet overal even actief hoor):
Ten slotte nog een oproepje: mochten jullie zelf nog oud reclamemateriaal, oude foto’s, paparassen of andere Gorcumse items hebben waar jullie niets mee doen. Neem dan gerust even via email (brievb@gmail.com) contact met me op als jullie afstand willen doen van zulke spullen. Ik zou er erg blij mee zijn voor mijn verzameling. Het zou zonde zijn als zulke spullen bij het vuilnis verdwijnen.
Dingen waar ik niet eerder bij stilstond kom ik regelmatig tegen in het verzamelen. Neem nu “aantekenstrookjes”, op poststukken kom je deze aantekenstrookjes regelmatig tegen, hier blijken ook erg veel varianten van te zijn, alleen al van Gorinchem. Dus ook leuk om mee te verzamelen.
Door de Wereldpostunie is bepaald dat deze stroken een hoofdletter R moeten bevatten. Die “R” helpt al met het herkennen van de aangetekende stukken. Nu ik een aantal enveloppen heb die aangetekend verstuurd zijn vanuit Gorinchem, wordt het ook steeds interessanter. Elk postkantoor had zijn eigen variant en ook verschillende kantoren / instanties hadden hun eigen aantekenstookjes. Zo ook de belastingdienst, zie deze envelop uit 1966.
Wanneer je zoekt naar aantekenstrookjes kom je al snel op de pagina van de Landelijke Vereniging van Aantekenstrookjesverzamelaars, de LVVA (die blijkt er dus ook te zijn). De strookjes zijn in de afgelopen decennia niet erg van uiterlijk veranderd lijkt het zo op het eerste gezicht. Ze zullen op een rol gezeten hebben, gezien tweezijdige kartels.
De zegels bevatten ook allemaal afkortingen:
Gr = Gorinchem Gr. = Gorinchem Rpkt C Gr = Rijdend Postkantoor C Gorinchem
Gr K = Gorinchem, Koningin Wilhelminalaan Gr T = Gorinchem, Twijnderstraat Gr B = Gorinchem, van Beethovenstraat
Via https://www.havirho.eu/ vond ik dat de stroken met “RPKT C Gr” in gebruik zijn geweest van 1987-1994. Maar ook dat er dus nog andere varianten van de zegels met rijdende postkantoren zijn. Vaak is alleen een ‘-‘of een ‘.’anders in de opdruk. Misschien kom ik de andere smaakjes ook nog wel eens tegen, mocht je deze zelf nog hebben en willen afstaan, neem dan even contact op met me via brievb@gmail.com.
GORINCHEM A Rijdend Postkantoor Gr A Rpkt 1979-1994
GORINCHEM Rijdend Postkant. C Rpkt C Gr 1987-1994
GORINCHEM Rijdend Postkantoor C Gr Rpkt C 1987-1994
Rijdend Postkantoor C GORINCHEM -Rpkt-C-Gr 1987-1994
Rijdend Postkantoor GORINCHEM Rpkt Gr B 1980-1994
Rijdend Postkantoor GORINCHEM Rpkt Gr 1979-1994
Rijdend Postkantoor GORINCHEM A Rpkt Gr A 1979-1994
Rijdend Postkantoor GORINCHEM B Rpkt Gr B 1980-1994
RPKT-C GORINCHEM Rpkt C Gr 1987-1994
Rpkt-C GORINCHEM Rpkt C Gr 1987-1994
Verder zijn er nog verschillende varianten van zegels van de vaste postkantoren (overzichten via havirho.eu):
En nog varianten van bedrijven, waaronder ook … De Vries Robbé & Co (!)
Een overzicht van de Gorcumse strookjes die ik nu heb:
1945 – GORINCHEM Gr. nummer 15
1945 – GORINCHEM Gr. nummer 895
1945 – GORINCHEM Gr. nummer 895
1963 – GORINCHEM Gr. nummer 823
1966 – GORINCHEM Inspectie Directe Belastingen Gr nummer 439
1971 GORINCHEM Gr nummer 56
1975 – GORINCHEM Gr
1977 – GORINCHEM Twijnderstraat Gr T
1981 (denk ik) – GORINCHEM Kon Wilhelminalaan Gr K nummer 2
1981 – Rijdend Postkantoor GORINCHEM B Rpkt Gr B nummer 360
1985 – GORINCHEM Twijnderstraat Gr T nummer 249
1990 – GORINCHEM Kon Wilhelminalaan Gr K nummer 874
1990 – GORINCHEM van Beethovenstraat Gr B nummer 375
1990 – GORINCHEM Twijnderstraat Gr T nummer 20
1990 – RPKT-C GORINCHEM Rpkt C GR nummer 471
1991 – RPKT-C GORINCHEM RpktC Gr nummer 883
1991 – GORINCHEM A Rijdend Postkantoor Gr A Rpkt nummer 815
Na de strookjeskwamen deze stickers met barcodes voor track & trace van de aangetekende stukken, deze envelop met aangetekend sticker heeft ook een stempel van boekhandel / postpunt De Leest in het Piazza Center in Gorinchem. De poststempel is net te lezen, verstuurd in 1995 (toen is ook het telefoon netnummer gewijzigd naar 0183)
Knaapjes, ook wel bekend als kledinghangers, zijn voorwerpen die worden gebruikt om kleding op te hangen en op te bergen. In de beginjaren van de 20e eeuw waren kledinghangers over het algemeen vrij eenvoudig van ontwerp en werden ze voornamelijk gemaakt van hout.
De meeste kledinghangers hadden een gebogen vorm die de contouren van de schouders volgde om de kledingstukken beter te ondersteunen. Het bovenste gedeelte van de hanger was breed genoeg om de vorm van de schouders te behouden, terwijl het onderste gedeelte smaller was om ruimte te besparen. Hierdoor konden meerdere kledinghangers naast elkaar in een kledingkast worden gehangen. Opgeruimd staat netjes!
Hout was destijds het meest gebruikte materiaal voor kledinghangers, vooral vanwege de betaalbaarheid en beschikbaarheid. Eikenhout was populair vanwege zijn stevigheid, terwijl cederhout vaak werd gebruikt vanwege de natuurlijke eigenschappen om motten af te weren en kleding fris te houden.
Ik had er al enkele in de kast hangen, die kwamen bij mijn opa en oma uit huis, en er kwamen er ook wat bij mijn ouders vandaan. Kledinghangers van Gorcumse kledingzaken. Ik kreeg er later, toen de verzamelwoede al was toegeslagen, als bonus nog een aantal van gulle gevers (waarvoor dank!!) voor mijn verzameling en kocht er nog een paar via veilingsites. Er blijken ontzettend veel varianten te zijn van deze knaapjes waarop bedrijven even een beetje reclame maakten. Soms alleen maar de bedrijfs- en plaatsnaam, soms ook telefoon- of adresgegevens erbij. Ik heb een overzichtje gemaakt van de hangertjes die ik in mijn verzameling heb van de firma Bergeijk & Stufkens (sommige zijn ook gewoon in gebruik hier in huis – ze zijn vrijwel allemaal functioneel).
De hangertjes hebben geen datering, maar op basis van het ontwerp, de spelling of formaat van telefoonnummers is vaak wel te herleiden welke ouder of nieuwer zijn. Vaak zijn er ook maar kleine verschillen in de opdruk, waardoor we kunnen afleiden dat het toch weer een andere variant is die B&S heeft laten fabriceren in de periode waarin de firma bestond (1873-1984).
Kleine verschillen, soms het lettertype, een puntje meer of minder. Deze kledinghangers zijn eenvoudig en niet van verdere versiering voorzien. Allemaal gemaakt van hout. Geen metaal of kunststof.
Tegenwoordig is er veel meer variëteit, en zijn er talloze soorten kledinghangers beschikbaar, variërend van eenvoudige plastic hangers tot luxueuze designerhangers. Ze komen in verschillende maten, vormen en materialen om aan verschillende voorkeuren en kledingstukken te voldoen. Vaak ook met een merknaam van een kledingmerk voorzien.
Hoewel de kledinghangers uit het begin van de 20e eeuw misschien eenvoudig lijken in vergelijking met moderne varianten, hebben ze wel degelijk bijgedragen aan de ontwikkeling van de kledingopslag zoals we die vandaag de dag kennen.
De knaapjes van Bergeijk & Stufkens
Dit is wellicht wel de oudste, in het Advertentieblad d.d. 15/12/1911 wordt vermeld dat B&S aangesloten is op het Rijkstelefoonnet. Telefoonnummer 138.
In 1940 was het nummer al 2638, zie o.a. deze nota: https://flic.kr/p/2gyz7vu. Per 1 september 1937 werd het viercijferige telefoonnummer ingevoerd (Nieuwsblad (voor Gorinchem en omstreken) 13-08-1937).
De Vries Robbé (VR) vervulde in 1948 – 1950 een mooie opdracht voor de Provinciale Gelderse Electriciteits Maatschappij (P.G.E.M.). Voor het stroomtransport van de energiecentrale in Nijmegen naar Apeldoorn moest een nieuwe hoogspanningslijn worden aangelegd. Het was een urgente kwestie, want door de sterke groei van de industrie was het stroomgebruik sterk toegenomen, er moest meer getransporteerd kunnen worden.
De te overbruggen afstand was circa 45 kilometer. Het traject zou met 147 hoogspanningsmasten te overbruggen zijn, die zo’n 300 meter uit elkaar geplaatst moesten worden. N.V. Heijmans uit Rosmalen verzorgde de funderingen van gewapend beton welke 2,5 a 3,5 meter diep in de grond kwamen te zitten. Vanaf 1 september 1948 begon de VR met de montage van de masten.
De techniek eist nu eenmaal offers
Voor de bouw van de masten moest helaas ook een stuk natuur geruimd worden. Natuurlijk stuitte dat ook op weerstand. In de Nieuwe Apeldoornsche courant van 11-02-1949 stond bijvoorbeeld een artikel over het “moderne bos” dat om de zoveel meter een hoogspanningsmast zou krijgen, onderstaand knipsel is een deel uit het artikel over het Groot Panorama in Apeldoorn.
Waar het tracé door, of liever gezegd, boven het bos loopt, werd ’n strook van 32 meter weggekapt, dit met het oog op het gevaar van bosbrand. ‘De techniek eist nu eenmaal offers‘ schreef De Vries Robbé in hun mededelingenblaadje in januari 1949.
De masten kwamen uit Gorinchem, de masten waren gemaakt van gegalvaniseerd staal en elke mast bestond uit ongeveer 900 onderdelen. Totaalgewicht 10.000 kilo. De masten zijn zo’n 40 meter hoog en er moesten 2400 moeren per mast op de schroefbouten worden vastgedraaid. Een flink Meccano-achtig project!
Het project werd voornamelijk met eigen medewerkers van De Vries Robbé uitgevoerd, onder andere vanwege het grote gewicht, maar ook het werk op hoogte. Even zo’n toren van 40 meter hoog optrekken doe je natuurlijk niet zomaar.
De constructie
De constructie van de masten begon met een pijpmast als eerste opstelling. Langs die pijpmast werden de overige onderdelen omhoog gehesen met een lier. Hiervoor had de VR jeeps overgenomen van de Canadezen. Deze hadden een kleine lier voorop, aangedreven door de automotor. Die jeeps waren ook handig, want de masten moesten natuurlijk niet op de geëffende wegen geplaatst worden. Maar in het weiland, of in het bos.
Wanneer de mast dan helemaal stond werden vier traversen gemonteerd op de mast. Die vier traversen aan de kop van de mast zijn op bovenstaande foto goed te zien. De bovenste dient voor de bliksemafleiding; de drie andere krijgen de hoogspanningsleiding te dragen. De totale constructie van het bouwpakket van een mast duurde slechts 3,5 dagen!
Verschillende typen
Deze draagmasten waren niet het enige type. Om de 9 masten werd nog een “afspanmast” geplaatst, deze was zwaarder van uitvoering, zodat deze ook bij een draadbreuk de trek van de leidingen kon weerstaan.
Verder waren er ook nog hoekmasten, op de plekken waar de lijn een hoek maakte was een speciale zware constructie nodig om het gewicht goed te kunnen dragen.
Voor het overbruggen van de Waal bij Nijmegen werd ook gekozen om masten te plaatsen in plaats van onder de rivier door te gaan. Dit was om de kosten te beperken. Daar werd op de oevers een portaal gebouwd van drie 71 meter hoge masten welke onderling verbonden zijn op 60 meter hoogte door liggers.
Ook de Rijn, bij Oosterbeek, werd op gelijke wijze gepasseerd, zij het dan dat daar, wegens de geringere breedte van de rivier, met enkele masten zij het van het grootste en zwaarste type – kon worden volstaan. Het tracé van de hoogspanningslijn wijkt grotendeels af van ’t oude netwerk dat er lag. Van Nijmegen tot Arnhem gaat het n.l. ten Westen van de spoorlijn, om, na de Rijn te hebben gekruist, Noordoostelijk zijn weg te vervolgen, en tenslotte juist bezuiden de Koningsweg de weg Apeldoorn-Arnhem over te steken. Daarna (vrijwel parallel met de oude verbinding) naar het Schakelstation Beekbergen, helaas heb ik daar geen goede afbeelding van gevonden.
Op 1 augustus 1949 moest de montage van de 147 masten gereed zijn door De Vries Robbé, vanaf dat moment zou de P.G.E.M. de leidingdraden gaan spannen tussen de masten. De lijnen hadden een capaciteit van 150 KV. Of de VR ook echt op tijd klaar was met het project heb ik (nog) niet kunnen terugvinden.
Zo zie je maar, de Vries Robbé kom je nog op meer plekken in ons land tegen dan je zou denken!
Ik heb via https://webkaart.hoogspanningsnet.com/ nog een aantal foto’s van verschillende type masten opgezocht op het traject. Deze zijn allemaal uit 1949 en zorgen voor een capaciteit van 150 KV, deze zijn allen door de VR geplaatst.
Het zal al zo’n 95 jaar geleden zijn dat een toen nog piepjonge Theo den Uijl uit Gorinchem stond te kijken hij het opbouwen van de jaarlijkse kermis. Dit was voor hem destijds een fascinerend schouwspel waar hij nooit genoeg van kreeg. Terwijl de andere kinderen meehielpen, tussen de kermiswagens speelden, of gewoon in de weg liepen, stond Theo den Uijl altijd stil te kijken in de buurt van de stoomcarrousel.
Op een dag trok Theo den Uijl de aandacht van de bekende kermisexploitant Antoon Benner, eigenaar van de stoomcarrousel (Feeënpalast) en ook afkomstig uit Gorinchem. Hij klampte de jongen aan en zei: “Jij staat altijd zo aandachtig te kijken, ik zie jou deze stoomcarrousel nog wel eens nabouwen.”
Niemand kon toen nog vermoeden dat Antoon Benner gelijk zou krijgen, want het gebeurde inderdaad. Op zijn twaalfde jaar begon Den Uijl aan een hobby waar nooit meer een einde aan zou komen.
Geheugen
Zijn eerste producten vervaardigde Den Uijl met behulp van houten en ijzeren meccano-onderdelen. Zo vaardig als hij was maakte hij al snel etalagestukken voor de speelgoedwinkel van Willem van Oort op de Hoogstraat. Het begon met een cakewalk, gemaakt van Meccano. Hij bouwde verder onder andere het beroemde vliegtuig de Uiver na, en ook de Zeppelin R101 die in Frankrijk tragisch verongelukte. Kermis was en bleef zijn grote passie en op een dag begon hij dan eindelijk met de bouw van een miniatuur stoomcarrousel. Denkend aan de woorden van Antoon Benner was het meteen al duidelijk welke het moest worden. De stoomcarrousel stond in zijn geheugen gegrift, want hoeveel jaren achtereen was hij niet bij de opbouw aanwezig geweest. Hij kon zich zelfs nog goed herinneren hoe Benner destijds altijd als een der eersten, zijn wagens van het station naar de Kalkhaven liet trekken. Voor elke wagen waren wel zes paarden nodig, want anders konden ze niet tegen de Hoogstraat op komen. Later gebruikte Benner hiervoor een tractor.
Vele jaren bouwde Den Uijl aan zijn stoomcarrousel, waarvan hij eerst alle details had uitgetekend om toch maar zo goed mogelijk op schaal te werken. Hij stak uren werk in het uitsnijden van de talrijke paardjes en het beschilderen van de diverse frontdelen. Het resultaat mocht er dan ook zijn. Mensen uit de kermiswereld konden bij het zien van de carrousel alleen maar beamen: “‘Ja, dit is hem helemaal”.
In bovenstaand artikel is te zien dat Den Uijl zijn model van de stoomcarrousel van Antoon Benner voltooid heeft na jaren werk. In december 1946 kon dit werk bekeken worden in het café van voormalig prof voetballer Frank Wels.
Exposities
In 1949 begon zijn landelijke bekendheid op gang te komen, toen Den Uijl op de internationale tentoonstelling “‘Gouden Handen” in Ede uit 1500 inzendingen zowel de eerste prijs als een ereprijs won.
Daar vloeide onder andere uit voort dat hij met zijn miniatuurkermis op uitnodiging alle filialen van Vroom en Dreesmann bezocht. Vooral in Brabant en Limburg kwamen er altijd veel mensen kijken. Hij heeft daar dan ook heel wat uren gedraaid. Het nadeel was dat hij bijna nooit thuis was, soms weken achtereen. Op den duur ging dat niet meer, want zijn vrouw zat met zes kinderen thuis. Toch bleef men den Uijl uitnodigen om zijn miniatuurkermis te komen exposeren. Omdat hij moeilijk nee kon zeggen, kon men hem in de loop der jaren nog in diverse gelegenheden tegenkomen, zoals in Galerie Modernes en de Bijenkorf.
Verkopen
Den Uijl had het knutselen echt in zijn vingers. Hij had dat van geen vreemde. want ook zijn vader was een echte knutselaar. Op de toenmalige Ambachtsschool haalde hij zijn diploma’ s machinebankwerker en elektricien. Daar heeft hij natuurlijk al die jaren veel gemak van gehad. Dat wil zeggen: vooral voor zijn hobby, want in de maatschappij wilde het niet zo lukken.
Bij zijn eerste baas verdiende hij een dubbeltje per uur. Zijn vader vond dat veel te weinig. Hij zei dat Theo beter bij hem in de bottelarij kon gaan werken omdat hij daar meer kon verdienen. Later heeft Theo den Uijl nog veertien jaar een cafébedrijf gehad op de Grote Markt.
Hij is uiteindelijk met het café gestopt. want dat was voor de familie een veel te ongeregeld leven. Zeker in combinatie met het reizen met de miniatuurkermis. Hij heeft uiteindelijk de zaak van de hand gedaan en verhuisde daarna naar een eengezinswoning. Daar was echter in principe geen plaats voor de kermis. Hij heeft toen wel een heel moeilijke beslissing moeten nemen en dat was alles verkopen.
Het viel voor hem natuurlijk erg zwaar om zijn levenswerk te moeten verkopen wegens ruimtegebrek, maar het is er toch van gekomen. Op een dag is alles verkocht, voor in die tijd een hoog bedrag. Later kreeg hij natuurlijk spijt en heeft toen nog geprobeerd om alles terug te kopen, maar de miniatuurkermis was inmiddels via het bekende veilinghuis Christie’s verkocht, waarschijnlijk naar Amerika.” Vele jaren later dook de eerste miniatuurkermis van Theo den Uijl weer ergens op en werd toen verkocht aan de Efteling. Er is daar in principe weinig mee gedaan. De stoomcarrousel heeft nog een tijdje in het Efteling Hotel gestaan, maar ook deze is geruimd en niemand scheen te weten waar de miniaturen gebleven waren. Uiteindelijk dook de rakettenbaan daar weer op plus nog een groot aantal wagens. Deze zijn met toestemming van de Efteling bij Hennie van Oers (de auteur van dit artikel) terecht gekomen. De rakettenbaan plus enkele wagens staan nu in het kermismuseum van Piet Winkelmolen in Vortum-Mullem, van de rest van deze kermis ontbreekt helaas ieder spoor……
Opnieuw
De eerste kermis die Den Uijl bouwde bestond uit een stoomcarrousel, cakewalk, zweefmolen met vliegtuigjes, raketbaan en drie orgels. De raketbaan was een schaalmodel van de originele Rocket in the Moon van L. Dauphin-Knubben. Den Uijl bleef met zijn gedachten bij zijn verkochte kunstwerken, maar die waren voor eens en voor altijd verdwenen. Toch kroop ook hier het bloed waar het niet gaan kan, want zie daar: op een mooie dag begin jaren zestig werd wederom de figuurzaag ter hand genomen en begon Den Uijl opnieuw. Hij realiseerde zich wel dat hij eerst weer alles uit moest tekenen, omdat hij de tekeningen van zijn eerste kermis niet meer had. Maar geen enkele tegenslag kon hem nog deren. Den Uijl begon gewoon en hij wist niet meer van ophouden.
Net als de eerste keer begon hij met het model van de stoomcarrousel van Antoon Benner, gevolgd door de cakewalk. Later kwamen daar nog bij: draaimolen, luchtschommel, nougatkraam, spookhuis, raketbaan, zweefmolen, reuzenrad en diverse orgels. Alleen al aan de stoomcarrousel bouwde hij meer dan zes jaar. Alle 750 onderdelen pasten in de 24 bijbehorende pakwagens.
Werkplaats
Achter zijn huis had Den Uijl een keurig ingerichte werkplaats, waar alle onderdelen zijn ondergebracht in zelfgemaakte kastjes en laatjes. Veel voor een leek onherkenbaar gereedschap hing netjes op volgorde aan de wand en duidelijk was dan ook te zien dat alles zijn vaste plaats had. Hij moest overal zo bij kunnen. Dat werkte veel gemakkelijker en bespaarde veel tijd. Maar er was nog een bijkomstigheid. Er was veel beter materiaal beschikbaar dan vroeger, zoals assen, lagers, tandwielen en motors, maar ook gereedschap om veel dingen zelf te maken. Vroeger haalde hij alles wat hij zeIf niet kon maken steeds bij de bekende firma Merkelbach in Amsterdam, maar dat werd steeds minder op den duur.
Toen de kinderen het huis uit gingen was ook meteen het probleem van de opslag van de baan. Er was nogal wat ruimte nodig om de complete miniatuurkermis, inclusief de bijbehorende tafels, op te bergen. Ook werd nog regelmatig geëxposeerd, want ook daar kon den Uijl niet genoeg van krijgen. Zo waren zijn werkstukken onder andere te bewonderen tijdens de Tilburgse kermis. bij de tentoonstelling “Kermis. een volksvermaak in de schijnwerpers” te Hilvarenbeek. in de Sonystand op de Firato in Amsterdam. op de Amilto in Etten-Leur en op een grote hobbybeurs in het Belgische Zandhoven. Ook werd er weer gebouwd, ditmaal een model van het bekende lunapark van J. Peeters uit Bergen op Zoom, compleet met shimmytrappen.
In 1987 werd in het Gorcums museum “Dit is in Bethlehem” een tentoonstelling ‘Kermis terug in de tijd’ gehouden, uiteraard mochten de miniaturen van Den Uijl in zijn thuisstad niet onbreken.
Niet veel later raakte de toen inmiddels 76-jarige Den Uijl enige tijd uit de roulatie door ziekte. maar toen herstel zich aandiende legde hij alweer contacten voor een nieuwe expositie. Van 13 maart tot en met 31 juli 1993 stond Theo den Uijl met de kermis in de Gaviolizaal te Helmond. Dit was vermoedelijk zijn laatste grote expositie. Theo den Uijl, kermis modelbouwer in hart en nieren overleed in 1999.
Dit artikel werd geschreven door Hennie van Oers en verscheen op de facebookpagina van Stichting Kermiscultuur, aangevuld door Barry van Baalen.
Met dank aan: Stichting Kermis-Cultuur, Hennie van Oers Stichting Kermis-Cultuur, Piet Winkelmolen, Secretaris – https://www.facebook.com/kermiscultuur/ Dhr. T. den Uijl, Mw. T. Ververis – den Uijl
In 1948 kreeg Den Uijl volgen bovenstaand artikel een uitnodiging om ook in Amerika te exposeren, dat heeft hij nooit gedaan aldus zijn dochter Thea. Ook zou het A.N.P. verslag gedaan hebben van de tentoonstelling in Haarlem volgens het artikel uit het Nieuwsblad, helaas is hier op Delpher geen vermelding van te vinden in de nieuwsbulletins van het A.N.P.
…. toch blijkt het verhaal nog niet af te zijn. Piet Winkelmolen nam contact met mij op op 23 februari 2022. Uit een vuilcontainer in Noord Brabant was een groot oud paneel gered, met daarop de tekst “Gouden Handen” en “Theo den Uijl Gorinchem” erop. Helaas was is het paneel met grof geweld kapot gemaakt en lag in veel stukken. Dit was onderdeel van de Gouden Handen tentoonstelling (zie artikel hierboven) uit 1949 in Ede!
Piet heeft met zijn minimuseum het tot missie gemaakt het zo goed mogelijk te herstellen. Vermoedelijk is niet alles te redden en zal het teruggebracht worden tot 1 groot bord van 122 maal 244. Wel een joekel dus!
Ik ontving een serie foto’s met hoe de stukken er aan toe zijn, dat was wel even schrikken.
In het gesprek liet Piet weten dat het houtsnijwerk van de stukken wel erg professioneel was en hij vermoedde dat dit niet door Theo zou zijn gemaakt. Ik had het niet eerder gezien, dus heb contact opgenomen met Toon den Uijl, de zoon van Theo. Hij wist zich te herinneren waar deze stukken vandaan kwamen. Theo was goed bevriend met Antoon Benner. Zijn stoomcarrousel werd grotendeels vernietigd in een brand op het Malieveld in Den Haag in 1948. Omdat Theo de attractie van Benner had nagebouwd kreeg Theo van Benner wat van de restanten van de carrousel. Die werden verwerkt tot deel van de tentoonstelling in Ede, wat deze bijzondere vondst nog mooier maakt.
Ik ben benieuwd hoe goed Piet nog e.e.a. kan herstellen en hoe het er uit komt te zien. Dat krijgen we hopelijk over een tijdje te zien!
Eind 2022 was de restauratie van Piet Winkelmolen klaar. De stukken van Den Uijl zijn na maanden hard en secuur werk gerestaureerd en ze hebben een plek gekregen in het museum. Piet heeft een aantal foto’s met me gedeeld. Ook hij heeft echt gouden handen!
Er sloop nog een tikfoutje in … een I teveel bij de naam 😁De originele kleurstelling was niet meer te achterhalen. Hier is door Piet eigen invulling aan gegeven. Het resultaat is geweldig!
Het gerestaureerde bord met vermelding “Ede 1949” van de tentoonstelling “Gouden Handen”, hersteld door Piet Winkelmolen. Op onderstaande foto is te zien hoe het in het museum is opgehangen. Het bord heeft wel een wat ander aanzien gekregen, veel onderdelen waren zo slecht dat ze niet hergebruikt konden worden. Het originele bord, met de zweefmolen, is te zien op de krantenfoto.
De zweefmolen (rechtsonder) en het bord zijn herenigd
De zweefmolen is door Piet ook helemaal gereviseerd en loopt weer probleemloos. De rakettenbaan staat op de rol om ook een beurt te krijgen. Als alles volgens plan verloopt kunnen de stukken van Den Uijl ergens in 2023 op een EXPO getoond worden.
Mocht je zelf eens in de buurt van Vortum-Mullem zijn en in het museum willen gaan kijken, neem dan even contact op met Piet Winkelmolen om een afspraak te maken via piet.winkelmolen51@gmail.com
Ere wie ere toekomt – Gorcums Museum, september 2023
Op 23 september 2023 opende in het Gorcums Museum de expositie XXS, een tentoonstelling met miniaturen, waar een aanzienlijk deel ook van de hand van Theo den Uijl is. Zijn kinderen Antoon en Thea hebben samen met Piet Winkelmolen en Hennie van Oers gezorgd dat er een werkende kermis te zien is.
Ook het “Gouden Handen” bord dat eigenhandig door Piet Winkelmolen is gerestaureerd is tijdelijk te zien in de expositie die duurt tot en met 7 januari 2024.
Eén van de attracties die er te zien is is de luchtschommel, hier een kort filmpje waar deze in bedrijf is:
De moeite waard om te bezoeken (naar mijn bescheiden mening), als je alles in zo’n attractie ziet bewegen wordt pas duidelijk hoeveel detail elke attractie heeft en met hoeveel zorg het door Den Uijl gebouwd is. Zijn nazaten zullen terecht trots zijn !